Zelfgeschreven gedicht: De stoeipoes en de oude aap

Dag lieverds!

We zijn vandaag 1 Februari en het is week van de poëzie (28/01 - 3/02). Op bijna alle vensterruiten plakken mooie woorden en beeldspraak die je doet dromen.

Dit is mijn tweede gedicht op zeer korte tijd. Het gaat over een meisje dat nogal de mannen het hoofd op hol brengt. Ze is heel vlinderachtig in liefdes, wat wijst op een ontdekking naar haar eigen identiteit en seksualiteit. 

Zo heeft ze eens een relatie gestart met een man die van veel te hoge leeftijd was. Gaandeweg geraakt hij geobsedeerd door deze Lolita. Die twee redenen waren genoeg om hem de bons te geven. De beste keuze maar niet in de opinie van de oude man. Hij is nog steeds verliefd op haar en meende het wel serieus. Gaandeweg beseft hij dat hij de hoop moet opgeven. Ze is slechts een geest dat rondspookt in zijn geheugen. 


De stoeipoes en de oude aap

Hij zette zijn tanden in haar lichaam van magma

alsof het mousse was.

Alsof lust mousse was.

Ze begeert hem met een vlinderachtige frivoliteit.

Een echte stoeipoes is zij!

Ze neemt hem even mee

naar andere dimensies

met sobere kleurengamma’s.

En hij vraagt zich af:

hoe kan ze blijven dansen in die soberheid

als een vlam?

Hoe blijft ze dansen met de elegantie van

een herfststorm,

een kleurrijke lawine,

een ballerina van wie haar ene muiltje breekt.

Is ze een vermiste dochter van god misschien?!

Haar ogen…

ze konden een geschenk zijn van de geheime kant van mars:

net twee opaalstenen

die juist

in haar

amandelvormige

oogkassen pasten.

Ze hypnotiseren de nacht.

Aziatische meisjes…

Ze lachen katachtig in de schaduwen van ondeugendheid.

In de jachtseizoenen van het uitgaan

geeft ze wat geven kan

en neemt ze wat ze kan krijgen.

Hooggehakt op meisjesschoenen met kanten bloemen

staat

ze

aan

de

straat.

Hij volgde haar gracieuze houding met de veilige afstand

omdat ze weinig naar eenmalige liefdes omkijkt.

Tjah,…

Wat moest ze met een oude aap

die achter het stuur van zijn bakfiets

achter elke hoek van iedere bruine kroeg

op haar stond te wachten.

Er waren zeemannen genoeg die met hun brommers staan te wachten

op de glimmende straatstenen

onder het blauwe maanlicht in de nacht.

En

zo

eindigt zijn sprookje.

Af en toe werd wel in een oude fantasie herboren.

Maar ze blijft maar naar hem zwaaien in zijn sobere dromen, met de frivoliteit

van een jonge vlinder.

Die fladdert in een vulkaan, ergens in zijn buik.


En wat vinden jullie ervan?

Wat gaan jullie doen met de poëzieweek?

Laat het me weten via het Contact Formulier!


Groetjes, Mua!