Dit boek is geweldig! De geniale mix tussen thriller, sprookjes, geschiedenis en erotiek. *****
Marita de Sterck, een antropologe, heeft tot de bodem gegraven om de originele versies te weten achterhalen. Eeuwen geleden waren sprookjes helemaal niet bedoeld voor het slapengaan en ons te laten wegdromen van het mooie sprookjesland. Ze waren bedoeld voor (jong) volwassenen te behoeden voor het kwaad in de wereld.
Vooral jonge meisjes vallen telkens ten prooi aan de schurken in verhalen. Denk aan Roodkapje, Blauwbaard, de boze stiefmoeder enz... De echte hoofdpersonages hebben nog pittigere karakters dan je zou denken! Zo is Roodkapje geen klein meisje maar een vol rijpe tiener die het niet ziet zitten om koekjes, wijn en medicijnen naar haar lieve onschuldige oma te brengen. Ze komt de boze wolf tegen en wijkt af van het goede pad.
De wolf heeft dan alle tijd om bij haar oma thuis letterlijk een waar bloedbad aan te richten. Roodkapje komt dan thuis en ziet de wolf aan voor de oma. Maar na verloop van tijd krijgt ze het besef dat er iets niet pluis is.
Eigenlijk is dit verhaal niet veel veranderd door de tijd juist op een paar pikante, bloederige en thrillerachtige details na. De negen echte volkssprookjes die Marita de Sterck in dit boek vertelt zijn: Doornroosjes, Roodkapje, Rapunzel, Sneeuwwitje, Ezelvel, Koning Varken, De Kikkerkoning, Blauwbaard en Assepoester.
Achteraan in het boek geeft De Sterck uitleg waar ze al die info vandaan heeft. Hoe het door de tijd is geëvolueerd, welke lessen er allemaal in voorkomen en de vergelijkingen met sprookjes uit andere landen en de sprookjes van nu. Sprookjes zullen altijd bestaan, voor jong en oud. Daarom is dit boek ook zo leuk om te lezen 😉. Al raad ik wel af om het voor te lezen aan jongere kinderen met een gevoelige ziel.