Niew gedicht: Luna en Solis

Dag lieverds!

De laatste tijd ben ik verslingerd geraakt aan oude klassiekers zoals Het parfum van Patrick Süskind en de gedichten van Paul Snoek. 

Prachtige werken waar ik later nog meer over review. Maar het deed me eraan herinneren hoe lang het geleden is dat ik nog een gedicht heb geschreven!

Ik wou er meteen er terug aan beginnen! Zeker omdat onlangs nog een stapel Graphic Novels heb gekregen. Daar ga ik ook nog over reviewen!

Ik was dan aan het brainstormen voor reen nieuw gedicht en voor mij blijft één van de grootste inspiratiebronnen het uitgaan. Als ik zie hoe mensen veranderen als de nacht valt, de bars openen en de stijlvolle dansvloeren beschikbaar zijn geeft dit me elke keer nieuwe energie om te schrijven.

Zo bedacht ik het gedicht Luna en Solis. Zus en broer die de verantwoordelijkheid voor de maan🌑 en zon🌞 op zich dragen. Overal worden ze als twee buitenbeentjes eruit gegooid. Wat centraal staat is hun liefde voor elkaar. Ze zijn elkaars tegenpolen en wederhelften. Ze groeien op in een streng huishouden maar bloeien uit tot twee rebellen. Zij van de nacht. Hij van de dag.

Luna en Solis

Ze dreven in inkt als zompige rare sponzen.

Ergens in een amazone van rode mist en zware parfum.

Hun harten waren van papier.

Hun botten van karton.


Liggend op hun ruggen keken ze naar boven.

Naar het heelal dat als een laken spande over tijd en ruimte.

Die was bezet met duistere doolhoven.


Zij waren intelligent en kinderen van het universum.

Hun ouders namen daarom hun besluit.

'Luna en Solis, jullie gaan het huis uit.'

Bedolven werden ze onder een kerkhof van boeken.

Genummerd en gerangschikt zaten ze opgebold in hun studiehoeken.

Daar in die liefdeloze soberheid zochten ze uitvluchten in hun fantasie.

Weg van kale slaapkamers en het eindeloze beton.

Werden even, als het kon, meegesleurd in hun verboden magie.


Jaren verstreken.

U moest eens weten 

hoe deze broze figuren

uitgroeiden tot ijzersterke machten.

Ze pasten niet meer in te krappe ruimtes. Van kalk en behang.

Ze waren vermenigvuldigd.

Ze waren sterker.

Hun docenten namen daarom hun besluit.

'Luna en Solis, jullie gaan de schoolpoort uit.'


Zij waren even verloren als dat ze mooi waren.

Luna beminde de nacht. Haar buik was romig. Haar navel verzilverd. Haar schouderblad getatoeëerd.

Solis liet zijn kleuren zien bij daglicht. 

Hing rond hangaren van slangengif en tabak. 

Zo vergat hij de klassieke eenvoud waarin hij had vastgezeten. 

Maar Solis had soms teveel op zijn tong gebeten. Hij werd dan als een hond eruit gesmeten.

Luna daarentegen, zij was een echte dame geworden. 

Niet meer verstopt achter rode mist, gevangen in beton of verlegen. 

Maar af en toe cirkelden ze om het verleden heen als ze lachende schaduwen in de harige streken van de stad passeerden.

Dan misten zij hun geboorteplaats van inkt en gepolijste eenzaamheid.

Daarom namen Luna en Solis hun besluit.

'Vanaf nu, trekken wij er alleen op uit.'


Luna werd keizerin van de nacht.

Haar rijk geurde naar Arabische tuinen en erotiek.

Solis werd keizer van de dag. 

Zijn rijk geurde naar treurwilgen in de lente en tempels van vlees.


Ze keken naar boven alsof het gisteren was.

Alsof ze weer die rare sponzen waren.

Luna wees naar het gedans van De grote beer. 

Solis wees naar ons.

Zij cirkelden om ons heen.

Luna en Solis.

Maan en zon.

Ze hielden van elkaar.

Ze waren mooi.

Ze waren slim.

Ze waren sterker.

En ze hielden van ons.

Zo blijven Luna en Solis na alles toch bij elkaar. Die ijzersterke verbintenis tussen broer en zus. Twee verschillende elementen die toch naar elkaar toetrekken. 

Laat via het contactformulier weten wat jullie vonden van deze post en waarover ik de volgdend moet schrijven. Ik hoor het graag van jullie!

Groetjes,

MuaMua Me

🌕🌖🌗🌘🌑🌒🌓🌔🌕